Hoe weet jij wat je weet? En waarom geloof jij wat je gelooft?
Stel je voor dat een van je buren naar je toe komt en zegt “heb je het gehoord? Er loopt een beer rond in de stad”.
Wat weet je nu precies? Je weet nu dat je buurman heeft gezegd dat er een beer in de stad rondloopt. Alleen jij hebt de beer niet gezien, niet gehoord, en er ook geen beeldmateriaal van gezien. Het enige wat jij weet is dat de buurman je gezegd heeft dat er een beer rondloopt in de stad. Hoogstwaarschijnlijk leg je dit naast je naar en denkt bij jezelf “het zal wel” en ga je door met de orde van de dag.
Maar dan even later komt een ander buurman naar je toe, en ook die zegt “heb je het al gehoord? Er loopt een beer rond in de stad”… je wordt nu toch wat banger, een beer, dat is gevaarlijk, zou het echt? Ook de overbuurvrouw komt nu naar je toe en ook die roept “heb je het al gehoord? Er loopt een beer rond in de stad!” En zo kom je in de loop van de dag steeds meer mensen tegen die je waarschuwen voor de beer in de stad.
Psychologisch gezien wordt het steeds aannemelijker te geloven dat er inderdaad een beer in de stad loopt, omdat nu niet alleen 1 buurman je dat verteld heeft, maar inmiddels al 10 verschillende mensen. 10 verschillende mensen zijn er van overtuigd dat er beer in de stad loopt, dan moet het haast wel waar zijn. Toch?
Je loopt naar de eerste buurman en vraagt: “heb jij die beer zelf gezien?” “Nee zegt buurman, jan vertelde dat, dat hij dat gezien heeft”. Je loopt naar de overbuurvrouw en ook haar vraag je: “heb jij die beer zelf gezien?” En ook de buurvrouw zegt “nee, jan vertelde dat”. Je besluit naar jan te lopen en vraagt hem “klopt het dat jij een beer hebt gezien in de stad? Jan zegt “ja, gisteravond, het was wel een beetje donker en ik had wat gedronken”. Zou het dan misschien zo kunnen zijn dat je het mis hebt, vraag je aan jan. Waarop jan zegt “het zou kunnen ja, ik weet het niet meer zeker, het zou ook een grote hond geweest kunnen zijn”.
Toen één mens iets zei, was het niet direct aanleiding tot het geloven van een eng verhaal. Toen er steeds meer mensen hetzelfde enge verhaal vertelde, werd het steeds aannemelijker, vooral omdat zo’n verhaal angst met zich mee brengt. In angst worden dingen sneller aangenomen voor waar, ook als het niet waar is. Het punt is alleen dat dingen die angst oproepen blijven hangen, maar wanneer datgene ontkracht wordt is dat stukje vaak niet meer interessant.
Wat daar mee bedoeld wordt: als een angstige gebeurtenis is rondverteld, lijkt dat op dat moment de waarheid. Als die gebeurtenis later ontkracht wordt, zal dat niet iedereen bereiken. Angst wordt veel sneller verspreid dan saaie dingen.
Larken Rose legt dat in deze video uit.
Wat dit laat zien is dat ook al geloven 1000 mensen iets, en zijn ze er van overtuigd, dan hoeft dat nog geen waarheid te zijn, alleen omdat zoveel mensen dat geloven. Er is qua waarheid geen enkel verschil of nou 1 mens een verhaal gelooft of 1000. Iets wat waar is blijft waar, en iets wat onwaar is blijft onwaar. Het is de bron waar het om gaat. En de bron kan liegen of onvolledig zijn.
In de COVID1984 soap speelt jan een grote rol. Alleen in dit verhaal heeft jan nog niet toegeven dat hij waarschijnlijk fout zit. Jan doet er alles aan zijn verhaal staande te houden. Jan zorgt er zelfs voor dat de concurrentie en degenen die kritiek hebben op jan, de mond gesnoerd worden. Zo blijven alle buren iets herhalen wat ze niet feitelijk zelf kunnen checken. Jan speelt het ook ad hominem (op de man) door de buren ervan te overtuigen dat alleen de door hem uitgekozen experts de echte experts zijn.
Vanaf minuut 17 in het filmpje, geeft Larken Rose nog een voorbeeld van wat hij “medische toestand X” noemt. Ook hier zie je weer hoe verhelderend het soms kan zijn om de zaken wat simpeler te bekijken, ook al zijn ze complex. Vergeet niet dat veel dingen juist heel complex gemaakt worden om ervoor te zorgen dat het niet direct door jou begrepen wordt, maar door social engineers en “experts” op een manier uitgelegd kan worden zodat je het snapt zoals ze willen dat je het snapt.
Hoe weet jij wat je wat, en waarom geloof je wat je gelooft?